Op 25 november 2003 opende de toenmalige Regimentscommandant H.A.J.M. (Harold) Jacobs samen met Genmaj b.d. R.W. (Rudi) Hemmes de Regimentsmess op de Genm de Ruyter van Steveninckkazerne (toen gebouw 29). Het gebouw werd “Regimentsmess Congleton” gedoopt: toen op 11 januari 1941 de Koninklijke Nederlandse Brigade in Congleton - Engeland - werd opgericht betekende dat tevens het symbolische ontstaan van het latere Garderegiment Fuseliers Prinses Irene.
De historische context
In de Regimentsmess hangen sinds december 2022 twee oorkondes die de binding van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene en het Regiment met Engeland onderstrepen: “The honorary Freedom of the City of Wolverhampton” en “The honorary Freedom of the Town” van Congleton. Het verlenen van de titel freeman of Freedom of the City (ereburger) is een typisch Angelsaksische traditie, met een specifieke militaire toepassing, die niet of nauwelijks bekendheid geniet in Nederland.
In dit artikel beschrijf ik de wettelijke grondslag, de geschiedenis en de betekenis van het verlenen van de (Engelse) titel. Voor de verslagen van het uitreiken van beide eretitels verwijs ik graag naar de artikelen in de Vaandeldragers die onderaan staan vermeld bij de bronnen.
Inleiding
Het verlenen van de titel van freeman of de Freedom of the City is een van de oudst overgebleven Engelse tradities en wordt verondersteld voor het eerst te zijn toegepast in 1237. De huidige toepassing is mede ontstaan uit de middeleeuwse praktijk van het verlenen van “vrijheid van lijfeigenschap”. De middeleeuwse term “freeman” (“vrije”) betekende dat iemand geen eigendom was van een feodale heer maar privileges genoot zoals het recht om geld te verdienen en het recht op het bezit van land. Stadsbewoners, die werden beschermd door het handvest van hun stad of lid waren van een gilde, waren vaak al vrij. Het verlenen van “vrijheid van lijfeigenschap” en de daaraan gekoppelde middeleeuwse voorrechten zijn op hun beurt weer – deels - gebaseerd op gebruiken uit de periode van het oude Rome.
Algemeen
De titel van freeman of Freedom of the City (Town of Borough) is een bewijs van eer aan een gewaardeerd lid van de gemeenschap, aan een bezoekende beroemdheid of hoogwaardigheidsbekleder. Alhoewel vandaag de dag de titel van freeman of de Freedom of the City geen speciale privileges meer verleent, leeft deze traditie nog steeds voort in landen zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Australië, Canada, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland. De titel van freeman of de Freedom of the City wordt internationaal soms ook aangeduid als “Honorary Citizenship” (Ereburgerschap).
De Freedom of the City kan door de gemeentelijke autoriteiten ook worden verleend aan militaire eenheden (meestal een regiment); in deze context wordt het “de vrijheid van toegang” genoemd. De Freedom of the City geeft de militaire eenheid de vrijheid om gewapend door de stad te paraderen en is een bevestiging van de goede band en het vertrouwen van de eenheid en de burgerij.
Het verlenen van de Freedom of the City ging soms vergezeld van een "Freedom Box", een kleine gouden doos speciaal gegraveerd voor deze gelegenheid. In sommige landen, zoals de Verenigde Staten, kunnen de te eren persoon of de militaire eenheid worden onderscheiden met de Sleutel van de Stad, een symbolische eer. Andere steden verlenen de Freedom of the City of het Honorary Citizenship met een certificaat of oorkonde, zoals te zien is in onze Regimentsmess.
Wettelijke grondslag (Engeland)
De huidige regelgeving voor lokale overheden in Engeland is beschreven in de Local Government Act 1972. De Local Government Act 1972 was een besluit van het parlement van het Verenigd Koninkrijk dat m.i.v. 1 april 1974 de lokale overheid in Engeland en Wales hervormde. In de eerste zin wordt de doelstelling van de wet als volgt omschreven: “Een wet tot vaststelling van voorzieningen met betrekking tot lokaal bestuur en de functies van lokale autoriteiten in Engeland en Wales”.
De wet van 1972 verleende de raden van steden, stadsdelen en parochies (of in Wales; gemeenschappen) met een “koninklijke” status formeel het recht om de titel freeman of de Freedom of the City toe te kennen aan "personen van onderscheiding en personen die, naar de mening van de raad, eminente diensten hebben verleend" aan de lokale gemeenschap. In Artikel 249 wordt de procedure voor het toekennen van de titel freeman of de Freedom of the City aan personen of groepen beschreven.
Local Government Act 1972: Artikel 249 Wethouders en “vrijen”.
Een gemeenteraad kan bij besluit, genomen door ten minste twee-derde van de leden die daarover stemmen in een vergadering van de raad die speciaal daartoe is bijeengeroepen met kennisgeving van het onderwerp, de titel van freeman of de Freedom of the City verlenen aan personen die naar het oordeel van de raad als vroegere leden van die raad eminente diensten aan de raad hebben verleend, maar die als zodanig geen raadsleden zijn (Lid 1).
Een wet uit 2009 breidde het Artikel 249 uit door het recht tot het verlenen van de status van honorair freeman (of Freedom of the City) toe te kennen aan elke provincie, stad, district, borough (deelraad), stad, parochie of gemeenteraad. Door deze wet verviel de vereiste van de “koninklijke” status. Hiermee kreeg ook de gemeenteraad van Congleton het recht om de titel van freeman of Freedom of the City te verlenen.
Militaire context
De (militaire) symboliek vindt zijn oorsprong in het Pomerium ten tijde van het oude Rome (vanaf de achtste eeuw voor Christus), dat het gebied binnen de grens van de stad als heilig beschouwde. Magistraten en generaals werd verboden om het Pomerium te betreden. Begraven, het dragen van wapens of het uitoefenen van militaire macht in de stad was verboden of werd slechts bij hoge uitzondering toegestaan. Zie voor verdere informatie het kader over het Pomerium onderaan dit artikel.
Soortgelijke wetten werden in de Middeleeuwen door Europese steden ingevoerd om de openbare veiligheid en de burgerrechten te beschermen, zelfs gericht tegen de troepen van hun eigen koning. Als gevolg daarvan werden de soldaten ook tijdens de wintermaanden gedwongen om buiten de stadsmuren te kamperen. De Freedom of the City (toegang tot de stad) was een eer die alleen werd toegekend aan troepen die het vertrouwen van de lokale bevolking hadden verdiend, hetzij door een moedige actie of gewoon door een vertrouwde aanwezigheid te zijn. Het militaire voorrecht wordt als volgt omschreven: Freedom of the City is an ancient honour granted to martial organisations, allowing them the privilege to march into the city "with drums beating, colours flying, and bayonets fixed".
Tegenwoordig wordt de Freedom of the City veelal toegekend aan een militaire eenheid met een historische band met de stad, het gebied of als blijk van waardering voor lange en toegewijde dienst. De toekenning van de Freedom of the City aan de militaire eenheid gaat gepaard met een regelmatig terugkerend militair defilé of feestelijke parade ter onderstreping van de goede onderlinge band.
Burgerlijke voorrechten
De Freedom of the City is gerelateerd aan het middeleeuwse concept van de "vrije status". De stad en stadsdelen maakten een onderscheid tussen vrijen en vazallen (lijfeigenen). De vrijen genoten vele privileges, zoals het recht op handel en eigendom, bescherming binnen de stadsmuren en waren vaak verenigd in gilden. Het is belangrijk om te weten dat vrije mensen niet alleen in steden woonden, want er leefden ook vrijen op het platteland. Zij werkten ook op de landerijen, net zoals de lijfeigenen dat deden. Het verschil was dat deze vrijen het land huurden, geen diensten in natura aan een heer verschuldigd waren en vrij waren om te vertrekken.
Tot de invoering van de Municipal Corporations Act in 1835 waren de vrijen de exclusieve kiezers in sommige gemeenten. Samen met de parlementaire hervorming in 1832 beknotte dit besluit de macht van de vrijen en breidde het stemrecht uit tot alle "huiseigenaren" (gedefinieerd als lokale belastingplichtigen: in feite dus alle eigenaren van onroerend goed).
Een voorbeeld van burgerlijke voorrechten: in een geschrift genaamd “Rules for the Conduct of Life” (voor het eerst gepubliceerd in 1740: voor de stad Londen) staat dat freemen het recht hadden om schapen te drijven over de London Bridge, een getrokken zwaard mochten voeren en indien veroordeeld voor een hoofdmisdrijf te worden opgehangen aan een zijden touw. Andere toegekende privileges waren onder meer het recht om te trouwen in de kathedraal van St. Paul 's, te worden begraven in de stad en, dronken te zijn en wanordelijk gedrag zonder angst voor arrestatie.
Dat de Britten het ereburgerschap nog steeds zeer serieus nemen bleek uit het feit dat in april 2022 de gemeenteraad van de Engelse stad York unaniem besloot om de Britse Prins Andrew zijn ereburgerschap te ontnemen na zijn schikking met Virginia Giuffre vanwege de beschuldigingen van seksueel misbruik. Prins Andrew droeg de titel Freedom of the City of York sinds 1987.
Het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene
“The honorary Freedom of the City of Woverhampton” werd op 29 maart 2006 verleend aan de Prinses Irene Brigade en haar opvolgers met de omschrijving; “as recognition of the eminent services to freedom and the longstanding friendship between the Brigade & the City of Wolverhampton”. “The honorary Freedom of the Town” (Congleton) werd op 3 november 2011 verleend aan onze Oud-strijders Vereniging én het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene met de omschrijving: “in recognition of the long and close association between the Congleton aera and the Regiment, …”.
Het verlenen van de Freedom of the City aan een militaire eenheid is tegenwoordig een volledig ceremoniële eer. Het is wel uitzonderlijk en een buitengewone eer dat een buitenlandse (niet-Angelsaksische) militaire eenheid deze onderscheiding (zelfs 2 x) heeft gekregen. De jaarlijkse aanwezigheid bij de herdenkingen in Wolverhampton en Congleton in het weekend van Remembrance Sunday (rond 11 november) onderstreept de band van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene met beide steden. Remembrance Sunday is de dag om de bijdrage van Britse en Gemenebest militairen en burgers in de twee wereldoorlogen en latere conflicten te herdenken en is vergelijkbaar met onze 4 mei-herdenking.
De burgemeesters van Wolverhampton en Congleton hebben in mei 2011 namens het Regiment een “Ere-fuselierssabel” ontvangen, die in november van dat jaar fysiek werden overgedragen. Beide burgemeesters worden elk lustrum door het Regiment uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de festiviteiten en de herdenking.
Bronnen: www.legislation.gov.uk, www.cityoflondon.gov.uk, https://notesfromtheuk.com, www.wikipedia.org, www.fuseliers.nl/vaandeldrager : Vaandeldrager 78 Blz. 4., Vaandeldrager 79 Blz. 16 e.v., Vaandeldrager 100 blz. 17.
Het Oude Rome
Het “Pomerium” van Rome (de sacrale en staatsrechtelijke grens van een romeinse stad) was het gewijde (heilige) gebied dat oorspronkelijk door Romulus, Koning en stichter van Rome (753-716 v.Chr.) werd begrenst door met een ploeg een vore rondom de stad te trekken. Later werden de steden ommuurd en voorzien van stadspoorten om zo de toegang te kunnen controleren.
Slechts in uitzonderlijke gevallen mochten mensen in of nabij de Pomerium worden begraven. Militair recht gold uitsluitend buiten het Pomerium; erbinnen gold het imperium domi (burgerlijk gezag). Voor legerleiders was het verboden om met hun troepen het Pomerium binnen te trekken of er te verblijven. Ook voor individuen was het dragen van wapens in het gebied verboden. De enige toegestane afwijking – na toestemming van de Senaat - was het uitvoeren van een “triomftocht” na een grote militaire overwinning. Alleen op de dag van de triomftocht mocht de zegenvierende legerleider met zijn legioenen – met medeneming van krijgsgevangenen en oorlogsbuit - door het Pomerium paraderen.
In de latere keizertijd verloor het Pomerium steeds meer aan belang. Het Pomerium verloor daarna elke religieuze en juridische betekenis door de opkomst van het christendom/
Tekst: Lkol b.d. Andy van Dijk